Werkgeversregelingen

In ongeveer tweederde van de cao’s is een WIA-aanvullingsverzekering opgenomen. Ook werkgevers die niet onder een verplichte cao vallen regelen soms een collectieve verzekering voor hun werknemers, met of zonder verplichte deelname.

We spreken van een collectief als een verzekering door de werkgever wordt afgesloten voor alle werknemers. De werknemer kan ook individueel een WIA-verzekering afsluiten, buiten de werkgever om.  Voor de uitkering maakt het niet uit of een verzekering individueel of collectief afgesloten is, maar er is wel een verschil bij het afsluiten van een verzekering:

  • Collectief: Werknemers die niet arbeidsongeschikt zijn op het moment dat hun werkgever de verzekering afsluit zijn automatisch verzekerd. Dat geldt ook voor werknemers die later in dienst treden.
  • Individueel: Als een verzekerde een individuele verzekering afsluit dan moet hij of zij eerst worden geaccepteerd door een verzekeringsmaatschappij. De verzekerde vult daarvoor een gezondheidsverklaring in.

Loonaanvulling voor 35-minners

In het cao-onderzoek over 2019 blijkt dat voor 60 procent van de cao's afspraken zijn gemaakt over loonaanvulling bij minder dan 35 procent arbeidsongeschiktheid. In de meeste afspraken is er alleen recht op aanvulling als de werknemer in dienst blijft. Aanvullingen variëren van een compensatie van 65% tot 100% van het verschil tussen het oude en het nieuwe loon voor een bepaalde periode.

WIA-aanvullingsverzekeringen

WIA-aanvullingsverzekeringen komen in diverse vormen voor. Het kan gaan om verplichte- of vrijwillige deelname. En de premie kan worden betaald door de werkgever, de werknemer of door allebie.

 

Meer informatie WIA aanvullingsverzekeringen

Om in aanmerking te komen voor een WIA- uitkering moet een werknemer minimaal 35 procent arbeidsongeschikt zijn. Dat is een verschil met de vroegere WAO, waarbij werknemers al in aanmerking kwamen voor een uitkering vanaf 15 procent arbeidsongeschiktheid. Om het gat hiertussen te dichten is een verzekering ontwikkeld die de WIA-bodemverzekering of WIA-basisverzekering wordt genoemd. Deze keert uit als de werknemer tussen de 15 procent en 35 procent arbeidsongeschikt is. De meeste verzekeringen berekenen een uitkering door het verzekerde loon te vermenigvuldigen met het arbeidsongeschiktheidspercentage.

Dit is de meest voorkomende verzekering die door pensioenfondsen wordt aangeboden. Deze keert alleen uit aan gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers die hun restverdiencapaciteit niet voldoende benutten (aanvulling op de WGA-vervolguitkering).

De hoogte van de uitkering van de WGA-hiaatverzekering is: uitkeringspercentage vastgesteld door UWV * verzekerd loon

Een WGA-hiaatverzekering houdt net als de WIA rekening met het maximum loon voor de sociale verzekeringen.

Deze uitgebreide WGA-hiaatverzekering vult altijd aan tot 70 procent van het salaris (tot maximaal het maximum dagloon). Dat betekent dat een werknemer die in de WGA komt altijd 70 procent van het oude loon ontvangt, ongeacht het arbeidsongeschiktheidspercentage . Eventueel nieuw loon van de werknemer wordt daar vanaf getrokken.

Binnen de WGA-hiaatverzekeringen met uitgebreide dekking bestaan varianten die een extra beloning bieden als de arbeidsongeschikte werknemer (meer) gaat werken. Er wordt bijvoorbeeld geregeld dat een werknemer die een WGA-loonaanvulling ontvangt - en dus zijn restverdiencapaciteit ten minste voor 50 procent benut- een aanvulling krijgt tot 75 procent van zijn oude verzekerde inkomen in plaats van 70 procent.

De WGA-hiaatverzekeringen houden rekening met het inkomensverlies van de verzekerde. Met deze WIA-aanvullingsverzekering wordt een van tevoren bepaald bedrag verzekerd. De WIA-verzekering in vaste bedragen houdt bij het bepalen van de uitkering nog wel rekening met de mate van arbeidsongeschiktheid. Net als bij de WGA-vervolguitkering, gebruiken verzekeraars vaak een tabel bij het berekenen van de uitkering. Zo’n tabel kan per verzekeraar verschillen en hoeft dus niet hetzelfde te zijn als de uitkeringstabel van de WGA.

Een WGA- of IVA-uitkering is nooit hoger dan 70 of 75 procent van het laatstverdiende inkomen en  gemaximeerd tot het maximum dagloon (SV-loon). Om het meerdere te verzekeren bestaan WIA-excedentverzekeringen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in het inkomen onder de loongrens en het inkomensdeel erboven:

  1. Een aanvulling tot 75 procent of 80 procent van het loon tot het maximale SV-loon.
    Hiermee krijgen alle werknemers met een inkomen onder het maximale SV-loon een aanvulling.
  2. Een aanvulling tot 70 , 75 of 80 procent van het gedeelte van het inkomen boven het  maximale SV-loon. Hiermee is het inkomensdeel boven het maximale SV-loon verzekerd. Dit is de meest voorkomende regeling.